Hittebestendige handschoenen



EN 407:2020 - Beschermende handschoenen en andere handbeschermingsmiddelen tegen thermische risico’s (hitte en/of vuur).

De norm is van toepassing op alle handschoenen en andere handbeschermingsmiddelen die ontworpen zijn om de hand of een deel van de hand te beschermen tegen hitte en/of vuur in één of meer van de volgende vormen: vlammen, contactwarmte, convectieve warmte, stralingswarmte, kleine spetters gesmolten metaal en grote hoeveelheden vloeibaar metaal.

Het pictogram ‘hitte en vlam’ gaat samen met een getal van zes cijfers:

Beperkte vlamverspreiding (A)
Deze proef bepaalt de vlamblootstellingstijd of nagloeitijd. Het oppervlak van de binnenste laag van de handschoen moet worden gecontroleerd. Het mag geen tekenen van smelten vertonen. Op geen enkele plaats in het geteste gebied mag zich een gat bevinden. De naad mag na afloop van de brandtijd niet opengaan.

Contactwarmte (B)
Tijdens de proef wordt de opwarming van het binnenoppervlak gecontroleerd door het buitenoppervlak te verwarmen (contactwarmte). De drempeltijd is 15 seconden met een maximale stijging van 10 °C. Bij een prestatieniveau 3 of 4 voor contactwarmte moet de proef voor de beperkte vlamvorming worden uitgevoerd en ten minste prestatieniveau 3 bereiken.
De proef geeft het beschermende effect van de handschoen weer bij direct contact met warme/hete voorwerpen. Het buitenmateriaal kan echter tijdens de proef beschadigd raken.
De binnenste laag van de handschoen mag geen tekenen van smelten of gatvorming vertonen.

Convectieve warmte (C)
De warmteoverdrachtsindex (HTI) wordt bepaald. Hiervoor worden de handpalm en de rug van de hand blootgesteld aan convectieve warmte (testmethode volgens EN ISO 9151:2016)

Stralingswarmte (D)
De warmteoverdracht van stralingswarmte wordt gemeten in tijd (t). Hiervoor wordt het handbeschermingsmateriaal gebruikt zonder versterkingen.

Kleine spetters gesmolten metaal (E)
Tijdens de proef moet het aantal druppels dat leidt tot een temperatuurstijging van 40 °C overeenkomen met de prestatiewaarde. De prestatiewaarde komt overeen met een respectief aantal druppels.
De buitenste en binnenste lagen van de handschoen mogen geen tekenen van smelten of gatvorming vertonen.

Grote hoeveelheden gesmolten metaal (F)
Tijdens de proef mag een huidsimulatie geen afvlakking of andere veranderingen van het reliëfoppervlak vertonen wanneer de beschermende handschoen aan een passende hoeveelheid vloeibaar ijzer wordt blootgesteld. De hoeveelheid vloeibaar ijzer wordt bepaald door de prestatie-index.
Materiaal en materiaalcombinaties die tijdens de proef ontbranden, voldoen niet aan de eisen van deze proef.

Markeringen en Informatie
•  Er zijn 2 pictogrammen van toepassing, maar deze kunnen niet tegelijk gebruikt worden.
•  Voor de claim beperkte vlamverspreiding (= ten minste niveau 1 in de ontvlambaarheidstest):


Inclusief een gelimiteerde prestatieclaim t.a.v. vlamverspreiding (tenminste level 1)
Zonder claim voor beperkte vlamverspreiding
A  B  C  D  E  F
X  B  C  D  E  F

EN 407:2020
Prestatieniveau
1
2
3
4
A. Beperkte vlamverspreiding




Vlamblootstellingstijd (s) / Nagloeitijd (s)
≤ 15 /-
≤ 10 / ≤ 120
≤ 3 / ≤ 25
≤ 2 /≤ 5
B. Contactwarmte




Contacttemperatuur (°C) / Drempeltijd (s)
100 / ≤ 15
250 / ≤ 15
350 / ≤ 15
500 / ≤ 15
C. Convectieve warmte




Warmteoverdrachtsindex HTI (s)
≥4
≥7
≥ 10
≥ 18
D. Stralingswarmte




Warmteoverdracht t24 (s)
≥7
≥ 20
≥ 50
≥ 95
E. Kleine spetters gesmolten metaal




Aantal spetters
≥ 10
≥ 15
≥ 25
≥ 35
F. Grote hoeveelheden gesmolten metaal




Gesmolten metaal (g)
30
60
120
200